Spir-IT-ualiteit

IT was de rode draad in mijn gesprekken deze week. Niet zozeer over de IT die er al is, maar vooral het denken over IT die er nog niet is. Eén aspect staat voor mij als een paal boven water: er gaat iets fundamenteels veranderen en niemand weet nog wat. Ontwikkelingen gaan immers met kwantumsprongen terwijl ons denken vooral bestaat uit associaties en innovaties.

Enerzijds kunnen we het scenario wel doorrekenen. Waar mechanisering vooral gericht was op de overname van fysieke arbeid, zijn we via automatisering, digitalisering en robotisering nu in de fase dat AI (artificial intelligence) steeds meer mentale arbeid zal overnemen. Waar innovatie vooral gericht is op meer van hetzelfde maar dan beter, zullen we steeds vaker te maken krijgen met iets totaal anders. Sneller dan we nu nog denken kan het gebeurd zijn dat een of andere vinding ervoor gezorgd heeft dat we vrijwel niet meer hoeven te denken. Alle informatie is real time beschikbaar, big data bestaat al en het is een kwestie van tijd voor een algoritme wordt gevonden en AI zowel strategie, planning en uitvoering voor z’n rekening neemt. Zowel in bedrijven, al bestaan die dan ook niet meer zoals we die nu kennen, als in de dagelijkse routine in je privéleven.

Health-apps zorgen voor 24/7 monitoring van je vitale functies en laten je weten wanneer je wat moet eten en wanneer je het lijf moet bewegen. Voedingssupplementen worden automatisch besteld en geleverd en via blockchain wordt alles keurig bijgehouden. Geen bank, geen accountant, geen apotheker, geen arts, geen… meer nodig. Nieuwe badkamer? Zelf ontwerpen, je 3D-printer aanzetten en het in elkaar zetten is net zo eenvoudig als een boekenkast van IKEA. En zo kunnen we nog even doorfantaseren en kan het sneller realiteit zijn dan we nu nog voor mogelijk houden.

Maar… wat gaan wij dan doen? De mechanisering en automatisering zorgde voor een verschuiving van arbeid naar de dienstensector. Waar zit dan de ruimte als de dienstensector vrijwel geheel geregeld wordt door een paar slimme robots? Het effect van de mechanisering heeft – ironisch genoeg – al laten zien dat we niet meer tijd voor onszelf hebben. Sterker nog, de generatie 20-ers van nu zijn meer gehaast dan de 20-er van dertig jaar geleden. Haast om de wereld te zien, haast om ervaringen op te doen, haast om over zichzelf te leren, haast om te weten wat ze in dit leven willen doen, haast, haast, haast… En dan nog inderhaast vergeten dat haast ook de betekenis heeft van ‘net niet’. Waar innovatie zou moeten leiden tot meer gemak, comfort en rust blijkt het juist meer beweging en onrust te veroorzaken.

Maar… wat gaan wij dan doen? Kan hier – analoog aan de ontwikkelingen in de IT zelf – ook gesteld worden dat innovatie (van goed naar beter) een kwantumsprong gaat maken naar anders? Machines kunnen zowel onze fysieke en mentale arbeid overnemen. Maar die zijn beide gericht op overleven en buitenwereld. Mensen hebben een fysieke intelligentie (bewegen), een mentale intelligentie (logos) en een emotionele intelligentie (verbinden). Als de richting is dat doen en denken kan (en zal) worden overgenomen door ‘de techniek’, impliceert dat dan meer aandacht voor onze emotionele ontwikkeling?

Ik hoop van wel. Het is immers dramatisch gesteld met onze emotionele ontwikkeling. Het aantal mensen dat aan emotionele incontinentie lijdt, zie ik alleen maar toenemen. Let bijvoorbeeld eens op uitspraken als: ‘ik ben boos (of verdrietig of wat dan ook) en dat is jouw schuld’; waardoor deze mensen feitelijk aangeven dat hun emotionele staat door anderen wordt bepaald. Hoewel zij hier wel een verband leggen tussen wat een ander doet en hoe zij zich daardoor voelen, is een beschuldiging niet hetzelfde als een verbinding. Verbinding gaat enerzijds over de verbinding in jezelf tussen denken, handelen en beleving; anderzijds over de verbinding met de wereld om je heen. Waar onze opvoeding erop is gericht om alles buiten de begrenzing van ons lichaam als ‘niet-ik’ te benoemen en er vanuit een ego-beleving een afscheiding is, gaat verbinding juist over het weer weghalen van die afscheiding. We zijn nooit niet verbonden geweest, we zijn het alleen maar vergeten doordat we werden afgeleid door onze zintuiglijke impressies.

Het mooie is dat de ontwikkeling van je emotionele intelligentie niet afhankelijk is van een technische vondst. Dat hier de fase van innovatie kan worden overgeslagen en het direct al anders kan. Wat er in de wereld ook gaat veranderen, het zijn veranderingen in de buitenwereld. De mogelijkheid om je binnenwereld te veranderen is er vandaag al. Je voorbereiden op de toekomst betekent werk aan je binnenwereld. Begin eens met verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gevoel. Gevoel zit immers in jou en niet in de omstandigheden die dat gevoel oproepen. Ga je gevoel eens onderzoeken in plaats van je er door mee te laten slepen en er uiting aan te geven. Begin eens met “do not react”. Reacties zijn immers automatisch, niet creatief, en dat kun je aan machines overlaten…

(reageren op dit blog mag natuurlijk wel… 🙂

stress… ook oplosbaar als het onbespreekbaar is

Laten we eerlijk zijn. Meer dan 70% van werkend Nederland heeft regelmatig last van stress en last van het stressgedrag van anderen. Stress, hier als containerbegrip voor het hele scala aan emoties die het leven lastiger maken dan nodig is. Aan de andere kant zal vrijwel niemand aan een leidinggevende toe durven geven er last van te hebben. Angst om als incompetent of als inferieur gezien te worden, zal hier zeker meespelen. En dat levert ook weer stress op…

Een gesprek over stress komt dan ook al snel in de intimiteitzone. Het is al lastig genoeg om aan jezelf te bekennen dat je er last van hebt, laat staan aan een ander. Nog los van alle mogelijke gevolgen van onverwerkbare stress, gaat stress direct ten koste van iemands levensvreugde. Dat is niet alleen jammer, maar ook onnodig. Effectief omgaan met stress is een competentie die eenvoudig en binnen een paar weken te leren is. Ook al zit deze vaardigheid al lang niet meer in het basispakket van onze opvoeding, het is wel essentieel om deze module nog even in te halen.

Wat in ieder geval niet werkt bij iemand die last heeft van stress zijn tips als ‘doe maar even rustig aan’, ‘maak je er niet zo druk over’ of ‘het gaat wel weer voorbij’. Wat marginaal werkt is alles dat met compensatie te maken heeft. Effectief omgaan met stress leer je niet door iedere dag een wandeling te maken, regelmatig op vakantie te gaan, naar muziek te luisteren of een goed boek te lezen. Als dit al werkt, werkt het maar even en is het niet meer dan het ontspannen van het elastiek dat direct daarna weer gespannen wordt.

Wat wel werkt is wanneer iemand leert om de regie te voeren over gedachten en emoties. Deze vaardigheid is binnen drie weken aan te leren. Kijkend naar de taboesfeer die er nog om stress hangt, is het een prima idee om een dergelijke training met het hele team te volgen. Hiermee wordt voorkomen dat stress kan escaleren naar serieuzer klachten. Meer interessant is dat iedereen met deze training zijn of haar emotionele intelligentie vergroot: meer zelfkennis en een groter zelfredzaam vermogen. Dat daarbij de mensen die er meer last van hebben dan ze durven toe te geven direct geholpen zijn, is mooi meegenomen.

Meer informatie over deze trainingvind je hier

Ontspannen en overtuigend winnen

If you cannot handle stress, you won’t manage success

Klantgesprekken, presentaties geven, werkoverleg, sollicitaties, mail beantwoorden, projecten tot resultaat brengen. Dagelijks doen we talloze dingen in de verwachting van een voorspelbaar gewenst resultaat. Vaak gaat dat goed. Maar wat gebeurt er als we het resultaat te belangrijk maken voordat het behaald is? Als er heel veel afhangt van een goed resultaat? Yep, stress komt er dan in. Jij mag die stress wel hebben, maar het is erg onhandig en onbruikbaar als die stress jouw gedrag gaat bepalen. Stress zorgt voor een verandering in je spierspanning, waarbij twee verschillende delen van je hersenen elkaar tegenwerken. Wat je normaal gesproken gemakkelijk kunt, wordt dan ineens moeilijk tot zelfs onmogelijk.

Dit is vooral goed zichtbaar in sport. Vanmorgen kopte de kranten dat Daphne Schippers ontspannen en overtuigend de serie 200 meter won. In mijn optiek hebben ontspanning en overtuiging alles met elkaar te maken. Atleten trainen naar een piek toe, een moment in het seizoen waarop het er op aan komt: het WK, de Olympische Spelen, de Tour de France. Het moment waarop alles moet kloppen. En de tegenstanders doen dat ook…

Mede met steun van de wetenschap zijn we zo ongeveer aan de limiet van hoe sterk een spier kan worden en hoe we spierkracht kunnen omzetten naar snelheid zonder dat pezen scheuren of botten breken. De tijdsverschillen van een WK-finale 100 meter zijn dan ook minimaal. Uitgaande van een nagenoeg gelijke fysiologie, is er dus iets anders dat de medailleverdeling bepaalt. Dat ‘iets anders’ is het vermogen om stress effectief te managen.

Als verschillende delen van je hersenen gaan tegenwerken, heeft dat tot gevolg dat je ineens (onbewust) andere bewegingen maakt dan waarop je getraind hebt. Sommige spieren doen wel wat ze moeten doen, anderen werken juist tegen. Dit is de reden waardoor de beslissende penalty wordt overgeschoten, een beslissende put van minder dan een meter wordt gemist of een sprinter z’n ritme niet kan vinden. Sport laat kristalhelder laat zien wat er mis gaat als stress het gedrag gaat bepalen. In ons dagelijkse werk is dit wezenlijk niet anders. Al zijn we doorgaans wel veel handiger om de mislukking aan iets te wijten dat zich buiten onze beïnvloedingssfeer afspeelde, oftewel om onszelf en anderen smoesjes te vertellen waardoor het niet gelukt is…

Stress doet niet alleen iets met jou. Jouw stress beïnvloedt ook anderen (en andersom). Recente wetenschappelijke ontdekkingen geven aan dat wanneer twee mensen in een ruimte zijn, dat ze elkaars hersengolven beïnvloeden. Jouw stress, onzekerheid, frustratie wordt dus door anderen onbewust opgepakt en overgenomen. Je gesprekspartner voelt zich daardoor ongemakkelijk, weet niet precies wat het is of waar het vandaan komt, maar zal dat gevoel van ongemak wel aan jou wijten. Aangezien alle menselijke keuzes worden gemaakt op basis van aangenaam en onaangenaam, zul je in de laatste categorie terecht komen. Wat jij wilde bereiken met een gesprek en wat je normaal gesproken ook gemakkelijk had kunnen bereiken, wordt dan niet gehaald…

Vandaar de stelling dat bij vrijwel gelijke fysieke vermogens, de meest ontspannen atleet de finale zal winnen. Vertaalt naar buiten het stadion zal bij gelijke competenties degene die het meest ontspannen kan blijven tijdens welke actie dan ook, degene zijn die er met de prijzen vandoor gaat. Succes en ontspanning gaan altijd hand in hand.

 

Improvement starts with “I”

“Hij maakt me onzeker” of “ik krijg stress van haar”. Generiek: “ik voel me … omdat een ander … “ Is het je wel eens opgevallen hoe vaak we anderen verantwoordelijk houden voor het vervelende gevoel dat ze bij ons oproepen? En hoeveel energie dat eigenlijk kost?

Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand emotioneel reageert, waardoor jij weer emotioneel reageert en dat er, voordat je het weet, een hele kettingreactie ontstaat van negatieve emoties en verwijten. Het gesprek gaat dan al lang niet meer over de inhoud, maar over de manier waarop. We zijn veeleer bezig met de schuldvraag dan met de oplossing, terwijl de negatieve herinnering blijft. Met als gevolg dat we, op wat voor manier dan ook, ‘ons gelijk’ willen halen.

Zou het dan niet veel prettiger zijn om uit te gaan van ‘mijn gevoel is van mij’ ongeacht de wijze waarop dat gevoel opgeroepen wordt? Want als je merkt dat anderen kunnen bepalen hoe jij je voelt dan geef je die anderen eigenlijk een soort “macht” over je. Alsof ze een “emotionele afstandbediening” van je bezitten. Aangezien juist deze anderen vaak mensen zijn die je misschien liever niet in je leven hebt, is dat niet zo handig.

Hoe ga je hier nu mee om? Hoe pak je die afstandsbediening af? De oplossing is vrij eenvoudig: zelf de regie gaan leren voeren over je emoties. Te beginnen met niet langer te reageren op het gevoel dat die ander bij je oproept en die ander daar niet aansprakelijk voor te stellen. Jouw gevoel is immers van jou.

Hoe zit dat eigenlijk met die ‘emotionele afstandsbediening’? Hoe krijg je ‘m terug als je merkt dat anderen lukraak op de knoppen kunnen duwen waardoor jij je vervelend of ellendig voelt? Het idee dat jij verantwoordelijk kunt zijn voor het gevoel van een ander of omgekeerd, ontstaat bij veel mensen in de kindertijd. “Als jij dat doet, wordt mama verdrietig” of papa boos. Of omgekeerd. Vrijwel iedereen heeft wel van deze jeugdherinneringen. Het werkelijke probleem is niet zozeer de voorspelling van je ouder als uitkomst van een door jou kennelijk voorgenomen handeling. Het werkelijke probleem is dat je geloofde dat wat gezegd werd WAAR was. Met andere woorden, je geloofde dat jij, als tweejarige, de afstandsbediening had van het emotionele leven van je ouders. Vaak controleerden we ook nog even of het klopte. Toch maar mooi even die muurschildering maken en jawel… ze werd boos… Vanaf dat moment lijken we ervan overtuigd dat wij kunnen bepalen hoe anderen zich voelen. En zolang we die overtuiging niet inruilen voor iets met een hoger waarheidsgehalte, geloven we nog steeds dat anderen verantwoordelijk zijn voor hoe wij ons voelen en dat wij verantwoordelijk zijn voor hoe anderen zich voelen. Is dat, kijkend naar autonomie, individualiteit en jezelf mogen zijn, wel zo handig?

Daarom is een andere, meer constructieve, benadering zinvol: “Mijn emotie is van mij”. Ongeacht wie wat zegt of doet en ongeacht mijn omstandigheden. Niemand kan bepalen welke emotie ik daarbij heb. En “jouw emotie is van jou”. We kunnen dus hetzelfde meemaken terwijl we daar een volledig verschillende beleving van hebben. Ik kan wel respect hebben voor jouw beleving en daar rekening mee houden. Een verschillende beleving zegt immers niets over ‘wie gelijk heeft’.

Ik gok erop dat de meeste mensen zichzelf liever zien als autonoom en uitgaan van het recht zichzelf te mogen zijn. Dat de meeste mensen zichzelf liever niet zien als emotionele speelbal in de flipperkast van een ander. Maar… kijk eens om je heen. Hoeveel mensen ken je niet die bang zijn voor een manager of collega die last heeft van emotionele incontinentie? En hoeveel mensen doen niet dat wat ze eigenlijk zouden willen doen uit angst voor de emotionele reacties van anderen? Of, aan de andere kant, hoeveel mensen ken je niet die juist veel doen in de hoop op waardering of erkenning van anderen? Vaak hoor je mensen opmerkingen maken als: ‘ik voel me niet serieus genomen, ik voel me niet erkend, ik voel me niet gezien, ik voel me niet gehoord, ik voel me bedonderd” enzovoort, waarmee ze aangeven dat het gedrag van anderen eigenlijk bepalend is voor hun gevoel.

Toen je een jaar of negen was, ben je er waarschijnlijk achter gekomen dat die man met die witte baard die op 5 december jarig was, niet de echte Sinterklaas was. Je ouders, die overigens wel van jou verwachtten dat je eerlijk was, bleken te hebben gejokt. Net zoals ze gejokt hebben over het idee dat jij verantwoordelijk was voor hoe zij zich voelden. Als je nu dan ook bij jezelf constateert dat anderen bewust of onbewust veel invloed hebben op hoe jij je voelt, dan wordt het de hoogste tijd om deze “afstandsbediening van je emotionele leven” terug te gaan pakken.

Improvement starts with “I”.

Als ik mijzelf wil upgraden, zal ik dus bij mijzelf moeten beginnen. Ongeacht wat mijn passies, dromen, ambities en succeswensen zijn, zal ik eerst de regie moeten gaan leren voeren over mijn eigen emoties. Me ervan bewust worden en er de baas over worden. Dat is de allereerste stap. Het zijn tenslotte emoties die bepalen hoe ik me voel: gestrest of ontspannen, tevreden of gefrustreerd, enthousiast of zorgelijk. En dit gevoel trekt weer gunstige of juist ongunstige omstandigheden in de buitenwereld aan. Mijn emoties zijn dus te belangrijk om ze door anderen te laten beïnvloeden, laat staan te bepalen. Sinterklaas is niet een man met een mijter en een lange baard. Ik ben niet verantwoordelijk voor het gevoel van de ander en de ander is niet verantwoordelijk voor het mijne. Ongeacht wat anderen doen… “Ik heb het recht om niet negatief te zijn”.

feelings are just visitors

Gestrest? Blij? Gefrustreerd? Tevreden? Opgewonden? Nieuwsgierig? Je leven is een aaneenschakeling van emoties. Hoe jij je voelt, hoe jij je leven ervaart, wordt bepaald door emoties. Wat we doen is veel minder belangrijk dan hoe we ons daarbij voelen. De persoonlijke waarde van wat je presteert wordt bepaald door het gevoel dat je daar zelf over hebt. Hoewel emoties dus wezenlijk ons leven bepalen, kun je ze maar lastig kiezen of beïnvloeden. Als je onzeker bent of gestrest, geërgerd, gefrustreerd, teleurgesteld of wat dan ook bent, dan ben je dat op dat moment. Ook als je dat niet zou willen zijn.

Emoties bepalen dan wel hoe we ons leven ervaren, maar we hebben er doorgaans geen grip op. En dat is, op z’n zachts gezegd, niet zo fijn. Vooral niet nu het steeds breder bekend wordt dat mensen met een hoge emotionele intelligentie ‘levensgelukkiger’ zijn. De vraag komt dan op of er rek zit in je emotionele intelligentie. (Het antwoord hierop is overigens een volmondig ja, en het is zelfs gemakkelijker te leren dan veelal nog wordt gedacht.)

Als je beter de regie wilt voeren over je emoties, wat eigenlijk neerkomt op meer regie te voeren over je leven, is er een belangrijk ‘weetje’ over emoties: je emoties zijn vele malen sneller dan je gedachten. Te vaak wordt nog gedacht dat onze gedachten bepalen hoe we ons voelen, maar dat is echt maar bedacht. De emotie is er eerst en pas nadat we ons hiervan bewust zijn, geven we een betekenis aan dat gevoel. Dan noemen we het tevredenheid, ergernis of wat dan ook. Ga nu maar eens voor jezelf na hoe je je voelt. Je zult dan eerst je gevoel moeten onderzoeken en herkennen, voordat je het kunt benoemen. Het gevoel was er echter al voordat je het kon onderzoeken…

Dit heeft te maken met het gegeven dat vrijwel al onze dagelijkse emoties worden ‘geproduceerd’ door onze instinctfunctie. Wat wordt aangestuurd door onze instinctfunctie is vele malen sneller dan onze gedachten. Je kunt dit eenvoudig zelf verifiëren met een kniereflex of spontaan wegduiken voor werkelijk gevaar. Zolang emoties ervoor zorgen dat we onze omgeving overleven, is dat vertrouwenwekkend en functioneel. Op het moment dat diezelfde emoties gaan bepalen wat we met ons leven willen, is dat storend en disfunctioneel. Dan noemen we ze negatieve emoties. Er vanuit gaande dat je dagelijkse bezigheden niet daadwerkelijk levensbedreigend zijn, zou er dan ook geen ruimte moeten zijn voor negatieve emoties.

De meest voorkomende reactie op een ongewenst, disfunctioneel of negatief gevoel is ‘niet willen dat dat gevoel er is’. Vaak gevolgd door een poging om de bron van onze ergernis te veranderen of te ontlopen. Als dat kan, is dat natuurlijk prima. Veel vaker hebben we geen invloed op de bron of oorzaak van onze negatieve emoties. Het weer, de verloren voetbalwedstrijd van je favoriete club, de drukte tijdens de spits of het gedrag van anderen. Veel is ‘gewoon’ wat het is en daar heb je een gevoel bij. Voor jou is dat de realiteit van dat moment.

De crux zit in ‘de realiteit van dat moment’. Als je je dag terugfilmt, zul je zien dat het een aaneenschakeling is van gebeurtenissen en belevingen. Belevingen die de hele dag door veranderden. Jouw beleving van al die momenten, zijn jouw momenten van waarheid, zo voelde je je immers. Alleen, dat gevoel veranderde daarna weer en daarna weer en daarna alweer, de hele dag door. Wat het was waardoor je stemming veranderde, kun je niet weten omdat de emotie veel sneller is dan je gedachte. Analyseren is dan ook zinloos. Wat je wel kunt doen is om een gevoel te laten voor wat het is, een gevoel dat vanzelf weer ruimte maakt voor een ander gevoel.

Stel dat je in een restaurant komt en volkomen, maar dan ook helemaal genegeerd wordt. Je krijgt geen tafel, je kunt niets bestellen en iedereen loopt je straal voorbij, alsof je niet bestaat. Hoe lang blijf je dan? Ongewenste gevoelens kun je beschouwen als ongenode gasten op jouw feest: ze zijn er wel even maar als je ze geen aandacht geeft, gaan ze vanzelf weer weg.

 

we repeat what we don’t repair

Habits…

Veruit de meeste gewoonten zijn zeer functioneel. Zo hoef je niet iedere dag opnieuw te leren hoe je je veters moet strikken. Waarschijnlijk weet je niet eens meer of je vanmorgen eerst je linker- of je rechterschoen hebt aangetrokken. Wel zou je het hebben opgemerkt als je maar met één schoen aan de deur was uitgegaan. Onderzoekers beweren dat we hooguit 5% per dag iets doen waar we onszelf van bewust zijn. En, eerlijk is eerlijk, over het algemeen gaat dat best goed.

Maar om er nu een gewoonte van te maken om overal een gewoonte van te maken, blijkt niet zo handig. Voor je het weet, zijn je dagen een gewoonte geworden. Dat is overigens de reden dat de dagen steeds sneller lijken te gaan. Je doet niet alleen dezelfde dingen iedere dag maar ook je gevoelsleven en gedachten hebben hun eigen gewoonten. Zo reageer je voorspelbaar op wat je aangenaam vindt en net zo voorspelbaar op wat je niet aangenaam vindt. Je hebt een mening over politiek, religie en de opwarming van de Aarde, je hebt een mening over de mensen waar je regelmatig contact mee hebt. Je hebt de wereld verdeeld in dingen die je prettig vindt en dingen die je liever vermijdt. En je levenstevredenheid wordt in belangrijke mate bepaald door in hoeverre je er in slaagt om meer te krijgen van wat je prettig vindt en te vermijden van wat je onprettig vindt. Maar ook dat is een gewoonte… De dagen gaan steeds sneller en voor je het weet is het bijna kerstmis.

Stress treedt op als je niet realiseert wat je graag wilt en als je datgene wat je onprettig vindt, niet kunt vermijden. Als gewoonten voor meer dan 95% bepalen wat we op een dag doen, voelen en denken, dan is het aannemelijk dat we voorspelbare stressmomenten hebben. Stress die opgewekt kan worden door het weer, een verloren voetbalwedstrijd van je favoriete club, het verkeersgedrag van anderen, de kwaliteit van het openbaar vervoer en vooral het (eveneens voorspelbare) gedrag van niet te vermijden anderen. Die ene manager, collega, klant of wie dan ook waar je echt niet mee overweg kunt. Zelfs als je nu aan hem of haar denkt, gaat je hartslag omhoog en kun je een gevoel van walging of afkeer gemakkelijk oproepen. Die mensen waarvan je zegt dat je onzeker van ze wordt, gestrest raakt als ze in de buurt zijn of die op welke manier dan ook je werkplezier of levensvreugde frustreren.

Als je die voorspelbare stressmomenten hebt, heb je dus een gewoonte die niet functioneel voor je is. Als het voorspelbare – en voor hen natuurlijke gedrag – van anderen bij jou automatisch een vervelend gevoel oproept, dan heb jij daar last van. Niet alleen als je met ze geconfronteerd wordt, maar zelfs het idee van een mogelijke confrontatie kan al stress oproepen. Als het idee dat het morgen regent nu al je humeur kan bederven, is dat niet zo handig. Gewoontes maken zelf geen onderscheid tussen functioneel en niet functioneel. Voor een gewoonte is het gewoon om zichzelf te blijven herhalen. Repeat or repair, jij hebt die keuze wel.

 

Het spookhuis van je gedachten

In gedachten… Hoe vaak ben je daar? Of we zijn bewust en functioneel bezig met ons brein of we zijn we ‘in gedachten’. Waar we dan precies zijn, weten we niet. Ergens in gedachten. Als dat prettige gedachten zijn hebben we daar niet zo’n last van, een beetje dagdromen en fantaseren is prima. Ongewenste gedachten zijn wel heel vervelend. Als we ons brein niet actief en bewust gebruiken, kunnen we het niet uitzetten of pauzeren. Gedachten blijven komen en gaan. Niemand weet waar ze vandaan komen. Ineens zijn ze er. Gedachten over dingen die zouden kunnen gebeuren, maar waarvan we juist niet willen dat ze gebeuren. Doemscenario’s. Gedachten over dingen die mensen zouden kunnen zeggen, vinden of doen als… Dat deel van je gedachten zou je ‘het spookhuis’ kunnen noemen. En, als je er eenmaal in bent, dan kom je er niet zo gemakkelijk weer uit.

Ongewenste gedachten. Ineens zijn ze er. Veelal veroorzaakt door iets dat verandert, dreigt te veranderen of zou kunnen veranderen. Een onverwacht pijntje dat niet weggaat, veranderende wensen van opgroeiende kinderen, nieuwe collega’s of -buiten onze invloedssfeer- de broeihaarden in de wereld, de klimaatsverandering, de stijging van de zorgkosten, het mogelijke effect van AI op jouw baan of wat je ook maar raakt. Verandering is dan wel de enige constante, het brengt voor veel mensen ook onzekerheid en stress met zich mee. Aangezien het tempo waarin veranderingen optreden vrij aardig de Wet van Moore lijkt te volgen, waarbij ook het aantal veranderingen zich iedere twee jaar verdubbelt, is het niet vreemd dat de hoeveelheid stress evenredig toeneemt. Waar je jezelf nog kent als optimistisch en gemakkelijk omgaand met de uitdagingen van het leven, gaat dat ineens toch minder gemakkelijk.

Ons brein, of beter gesteld, ons mentale brein gebruiken we primair om structuur aan te brengen in de wereld om ons heen. Al op jonge leeftijd leren we onderscheid te maken tussen alle objecten om ons heen en ze allemaal een naam te geven. Door de combinatie met de gevoelsbeleving die we bij al die objecten hebben, krijgt de wereld om ons heen betekenis. Rudimentair verdelen we de wereld in aangename en onaangename dingen. Vervolgens zijn we erop gericht om meer te krijgen van wat we prettig vinden en te vermijden van wat we onprettig vinden. Als we dan toch geconfronteerd worden met wat we onprettig vinden, ontstaat een stressreactie.

Onzekerheid is bijvoorbeeld iets dat we vermijden. De primaire functie van dingen betekenis geven – ze een plekje geven – wordt ernstig gefrustreerd als iets wel op ons afkomt, maar we weten niet wat het is en we weten niet hoe te reageren. Ons instinctieve systeem neemt over: als het niet betrouwbaar is, is het per definitie bedreigend: stress. Hoe avontuurlijk de homo sapiens ook van nature is, is voorspelbaarheid van de omgeving wel datgene waardoor de soort nog steeds bestaat. Iets dat we geen betekenis kunnen geven, levert een gevoel van onzekerheid en verwarring op. En dat gevoel willen we liever niet, dus ontstaat een stressreactie. Aangezien we geen logica, samenhang of causaliteit kunnen aanbrengen in iets waarvan we niet weten wat het is, maakt het brein overuren zonder bruikbaar resultaat. Met als gevolg dat het gevoel van onzekerheid groter wordt. Kortom, we zijn gevangen in het spookhuis.

Niet willen dat de gedachten er zijn, helpt niet. Zo kom je juist dieper in het spookhuis. Bewust even jezelf op andere gedachten brengen helpt slechts voor de tijd dat je dat bewust kunt. Voor de meeste mensen is dit hooguit een paar minuten. Je kunt problemen niet oplossen op het niveau waarop ze zijn ontstaan (zei Einstein dat ook al?) en een vergelijking met meerdere onbekenden geeft een oneindig aantal mogelijke oplossingen.

De crux is dat we niet op tijd in de gaten hebben dat we een negatief gevoel hebben. En negatieve gevoelens hebben we liever niet. Het gevoel vraagt het mentale brein om een oplossing. Maar die is er niet. Het gevoel verandert daardoor niet en zal het brein blijven aansporen een oplossing te bedenken. Het echte probleem is dus niet het gevoel van onzekerheid zelf, maar is veeleer dat we dat gevoel niet willen. Ongewenste gedachten kun je echter niet bestrijden met andere gedachten, ongewenste gedachten veranderen zodra het gevoel verandert. Te beginnen bij acceptatie van dat wat is. ‘Confusion is a state, get used to it…’ Effectief kunnen omgaan met negatieve emoties is de uitgang van het spookhuis.

Gevoel zit in jou, niet in de omstandigheden die dat gevoel oproepen

Dit is mijn meest favoriete quote, of eigenlijk meer een herinnering aan oh, ja… ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn gevoel en hoe ik daar mee om ga. Gevoel zit niet in de omstandigheden. Mijn gevoel is mijn eigen persoonlijke en individuele reactie op die omstandigheden. Mijn leven is een aaneenschakeling van omstandigheden, reacties daarop en reacties op reacties. Als ik mijzelf bewust ben, heb ik een keuze in mijn respons op wat er gebeurt. Als ik dat niet ben, zijn het mijn emoties die bepalen hoe ik reageer.

Wezenlijk zijn er maar twee mogelijke reacties op alles dat we zo op een dag mee maken: aangenaam of onaangenaam. Bij alles dat we onaangenaam vinden, treedt een stressreactie op. Ongeacht of die stress zich laat zien als bijvoorbeeld frustratie, woede, ergernis, ongeduld, onzekerheid, angst, verwarring, bezorgdheid, wantrouwen, schuldgevoel, schaamte, walging, teleurstelling of jaloezie. Er is een heel scala aan negatieve emoties dat stress verraadt. Als je gefrustreerd bent, dan ben je dat ook (op dat moment). Prima, maar het is maar een gevoel. Lastiger is het als ‘frustratie’ je doen en laten gaat bepalen. Jij bent dan feitelijk de regie kwijt. Niet zelden zorgt frustratie er dan voor dat je iets zegt of doet wat je alleen maar verder brengt van wat je eigenlijk wilde. Niet zelden is een emotionele reactie het begin van een kettingreactie waardoor een gesprek al direct niet meer gaat over de inhoud, maar over de manier waarop. Niet zelden leidt een emotionele eruptie dan uiteindelijk tot verwijten over en weer. Of in het beste geval tot verontschuldigingen over en weer. En met een beetje pech komt daar ook weer schaamte of zelfbeschuldiging om de hoek kijken. Negatieve emoties kosten bakken energie en leveren niets op.

Stress. Functioneel levensreddend, maar bij verkeerd gebruik levensremmend. Hormonaal gezien komt er adrenaline en zo vrij waardoor we extra energie krijgen. Niets mis mee als je de energie inderdaad kunt gebruiken. Stress is dan juist positief en zorgt ervoor dat we een topprestatie kunnen leveren. Als je die energie niet zelf kunt gebruiken, dan is dat niet zo fijn. Vergelijkbaar met 220 volt. Bij functioneel gebruik draagt het bij aan levensgemak, bij disfunctioneel gebruik sta je zelf onder stroom. Stress is wezenlijk alleen maar een energieboost. Als je het kunt managen, prima; als het je leven gaat bepalen, is dat niet fijn en volgens medici zelfs zeer ongezond.

Opvallend is dat mensen die (nog) niet zo goed zijn in het managen van emoties, de omstandigheden de schuld geven van hun ongewenste gevoel. Onder omstandigheden nadrukkelijk inbegrepen: het gedrag van andere mensen. Natuurlijk, het zou fijn zijn als het altijd mooi weer was, de treinen met voldoende zitplaatsen op tijd rijden en je nooit onverwacht in een file terecht komt. Het zou ook fijn zijn als alle andere mensen zich gedragen zoals jij dat graag wilt. De realiteit is anders. Het leven is wat het is, de betekenis geef je zelf.

De homo sapiens heeft nu eenmaal emoties. Om te overleven in de Westerse wereld hebben we ons instinctieve vecht- en vluchtsysteem nauwelijks echt nodig, maar het zit wel in onze genen. Wat ons wezenlijk van andere gewervelde dieren onderscheidt is dat we kunnen leren om effectief om te gaan met deze emoties. Als emoties bepalen wat we doen, is dat niets meer dan een instinctieve reactie op wat er gebeurt. Als jij kunt bepalen wat je met je emoties doet, heb je een keuze in je respons op de omstandigheden. Reactie of creatie. Het zijn dezelfde letters, maar de volgorde waarin je ze gebruikt, maakt een wereld van verschil.

Emotionele incontinentie

Emotioneel incontinent of emotioneel intelligent?

Ken je ze? Die mensen die je omzichtig benadert omdat je nooit van te voren weet hoe hun humeur is? De ene keer hartelijk en amicaal, dan weer afstandelijk en nurks of zelfs boos en vijandig? Waarbij hun stemming ook nog ineens zonder aanwijsbare oorzaak kan omslaan? En waarbij je eigenlijk altijd op je hoede moet zijn?

Mensen die zonder enige gene of schaamte uiting geven aan iedere emotie die bij hun opkomt. Frustratie wordt afgereageerd op de eerste de beste die in de buurt komt, onzekerheid of verdriet veroorzaakt jammergedrag en hun blijdschap willen ze weer jubelend met iedereen delen. En dat de hele dag door.Doodmoe word je ervan. Terwijl jij gewoon rustig en gefocust je werk wil doen… Dit zijn mensen die aan “emotionele incontinentie” lijden.

“Emotionele incontinentie” is niet alleen een ernstige aandoening, het lijkt wel epidemische vormen aan te nemen. En de meeste mensen zijn er zich niet eens van bewust. Klagen bijvoorbeeld, is een symptoom van emotionele incontinentie. Let maar eens op hoeveel mensen er klagen over van alles en nog wat. Over het weer, een verloren wedstrijd van hun voetbalclub, over hun baas, hun salaris of werktijden, het openbaar vervoer of wat dan ook. Terwijl ze zelf niet het gevoel hebben dat ze klagen, dat is nog het trieste. Ze zien het meer als “eerlijk delen” met anderen. Als een manier om zich verbinden. Anderen deelgenoot willen maken. Maar wie zit er nu werkelijk te wachten op hun drama en ellende? Uit een volkomen misplaatst idee van beleefdheid luisteren we er vaak ook nog naar en knikken we braafjes mee. Veelal niet beseffend hoeveel energie dat kost en niet beseffend dat we onze tijd aan anderen geven zonder daar ook maar iets voor terug te krijgen.

Soms kun je deze mensen nog wel vermijden, zoals bepaalde collega’s of treinpassagiers. Lastiger wordt het wanneer mensen met een autoriteitspositie aan emotionele incontinentie lijden. Los van het feit dat ze hiermee schaamteloos onthullen dat ze over een zeer matige tot geheel ontbrekende emotionele intelligentie beschikken (hoe slim ze verder ook zijn) en los van het feit dat vrijwel ieder gedrag van leidinggevenden voorbeeldgedrag is voor de organisatie… De ene keer zijn ze zeer voorkomend, bieden koffie aan en hebben alle aandacht voor je om je – nog geen uur later – af te snauwen of je publiekelijk kritiek te geven. Als ze blij zijn moet iedereen dat weten, en als ze gefrustreerd of boos zijn moet ook iedereen dat weten. Volkomen ten onrechte zijn ze er vaak zelf van overtuigd dat dit een legitieme uiting is van hun authenticiteit en eerlijkheid naar anderen. Feitelijk is het niets meer dan het terroriseren van hun omgeving.

Je kent ze. Soms zijn ze niet te vermijden of te ontlopen. Karakteristiek aan emotionele incontinentie is dat de omgeving er meer last van heeft dan de patiënt zelf. Het is dus belangrijk om je te beschermen tegen de schaamteloze uitingen van emotionele labiliteit van anderen. Het risico bestaat dat je meegaat in de negativiteit van anderen. A uit zijn frustratie, B reageert verontwaardigd, waarop A nog nijdiger wordt en B uit z’n slof schiet. Voor je het weet zijn er slechts nog verwijten over en weer, terwijl waar het werkelijk over moet gaan volledig uit beeld is.
Dergelijke confrontaties leiden wezenlijk tot niets anders dan het neerwaarts bijstellen van het beeld van de ander. Waardoor bij een volgende ontmoeting je ofwel gaat zoeken naar bevestiging van dat beeld of alsnog probeert verhaal te halen.

Hoe aardig zou het zijn als iedereen zich zou voornemen, al is het alleen maar voor vandaag, hun frustraties niet op anderen af te reageren. Geen ongevraagde feed-back geven. Niet boos te kijken, geen handgebaren te maken en gewoon even een blokje om te gaan. Of nog beter: kijk voor de aardigheid eens hoe het jouw dag verandert als je je inspant om minzaam te zijn. Vraag je niet steeds af waarom anderen doen wat ze doen maar besef dat ze het kennelijk niet makkelijk hebben met zichzelf of met hun leven. De emotie van anderen heeft niets, maar dan ook helemaal niets met jou persoonlijk te maken heeft. Neem het dus ook niet persoonlijk. Niet direct en impulsief reageren op wat iemand zegt of doet, maar eerst bedenken welke reactie van jou de situatie werkelijk nodig heeft. Niet reageren, maar creëren. Ook jij kunt je energie maar één keer gebruiken.

Stress en smoesjes

Stress en andere beperkende emoties lijken soms net zo lastig bespreekbaar te zijn als aambeien. Mensen die er echt last van hebben, zullen dat niet gemakkelijk toegeven. Stress is wel zeer bespreekbaar als we het over anderen hebben. Zeker als het stressgedrag van die anderen tot anekdotische verhalen leidt. Feitelijk is dit gewoon roddel, maar anekdote klinkt wat vriendelijker. Zolang stress niet onze eigen stress betreft, hebben we er best wel een mening over.

Waar komt die schaamte vandaan? Hoe komt het dat ‘stress’ als onderwerp vrijwel dagelijks de media haalt, maar dat we het niet op onszelf betrekken? Dat we menen dat vooral anderen daar last van hebben? De grootste kans is dat dit te maken heeft met ons zelfbeeld. We zien onszelf graag als competent en ambitieus en we willen vooral graag dat anderen ons zo zien. Vrijwel geen werknemer zal zijn manager vertellen dat hij of zij last heeft van onzekerheid of stress, bang om als incompetent of inferieur gezien te worden en de kans op positieverbetering direct al om zeep te helpen. Maar ook als we door mensen die wat dichter in onze intimiteitzone mogen komen worden aangesproken op gedrag dat duidelijk door emoties wordt bepaalt, willen we daar liever niet van weten.

Het is als betrapt te worden met je vingers in de koektrommel. Je weet dat je bezig was iets lekkers te snaaien, je dacht dat je ermee weg kon komen en ineens wordt je betrapt. Dat is het moment waarop de smoesjes beginnen, het verhaal waarvan je hoopt dat een ander het gelooft, maar waarvan je zelf donders goed weet dat het niet waar is. De smoesjes die we gebruiken als we betrapt worden op stressgedrag zijn aardig in overeenstemming met het aantal keren dat we stressgedrag vertonen.
De (doorzichtige) smoesjes top 5:

Met stip op 1: het gedrag van anderen de schuld geven van jouw emotie. Hier zit altijd een redenatie in met “als… dan” die neer komt op als anderen nu maar anders gedaan hebben dat ze deden, dan had ik me beter gevoeld.

Op de hielen gevolgd door (2): de onbeïnvloedbare omstandigheden de schuld geven. Deze ligt dicht bij de eerste, met dat verschil dat hier omstandigheden de schuld krijgen die je zelf niet kunt veranderen. De variëteit hierin is zo breed als je maar kunt bedenken: het weer, de verloren wedstrijd van je favoriete club, het openbaar vervoer, de klimaatverandering, de opkomst van kunstmatige intelligentie, de politiek, de belastingdienst… Je noemt het maar.

Deze tweede plaats wordt overigens ernstig bedreigd door (3): de wel door jou beïnvloedbare omstandigheden de schuld geven. Je thuissituatie, je werk, je uitgaansleven, je financiële mogelijkheden.

“Ik ben nu eenmaal zo” staat stabiel op een vierde plaats. Waarbij de schuld weliswaar binnen zichzelf gezocht wordt, maar tevens wordt aangegeven dat iemand niet van plan is om ook maar iets aan zichzelf te veranderen.

‘Bagatelliseren’ tenslotte op een vijfde plek. Dooddoeners als ‘stress hoort er nu eenmaal bij’. Of het ‘nu even geen commentaar’.

De eerste drie gaan voorbij aan het feit dat ‘gevoel in jou zit, niet in de omstandigheden die dat gevoel oproepen’. Alles is gebaseerd op een fantasie die begint met ‘als…’ De realiteit is echter dat ‘als’ niet de realiteit is. Wat we graag gewild hebben dat anderen deden, dat deden ze niet. Ongeacht welke reden ze daarvoor hadden, ze deden wat ze deden. (punt) De omstandigheden zijn ook gewoon wat ze zijn. Je kunt je zorgen maken over wat er in het Midden Oosten of in Amerika gebeurt, over klimaatverandering, genetische manipulatie, de selectieve berichtgeving van de ‘officiële’ media, kunstmatige intelligentie, de politiek of de belasting die je moet afdragen. Het is wat het is.
Datzelfde geldt voor je privéomstandigheden. Natuurlijk vraagt het iets van je als je de zorg voor kinderen hebt, een ideale partner wilt zijn of er graag één zou willen vinden, de gezondheid van je ouders extra aandacht vraagt, je partner gedrag vertoont waar je niet blij van wordt. Kortom als één of meerdere van de vier belangrijke levensgebieden (gezondheid, persoonlijke groei, relaties en financiële veiligheid) van jezelf of van je dierbaren bedreigd wordt.

Gevoel en beleving zitten echter niet in die omstandigheden zelf. Gevoel en beleving is de betekenis die je aan die omstandigheden geeft. Stress en zo ontstaat als je aandacht bij die omstandigheden is in plaats van bij wat nu concreet van je gevraagd wordt. Stress is veelal het gevolg van wat er zou kunnen gebeuren, waarbij vooral aandacht gaat naar die scenario’s waarvan je juist niet wilt dat ze gebeuren. Beperkende emoties spelen op bij onzekerheid en onvoorspelbaarheid. Als iets onvoorspelbaar is of onbekend is, treedt onmiddellijk de vechtvluchtreactie in werking.

“Ik ben nu eenmaal zo” is van een andere orde. Je kunt je niet verschuilen achter het masker van je valse persoonlijkheid, van je zelfbeeld. Mensen die dit werkelijk menen, zijn gestopt met groeien en dus feitelijk doods. Groei is immers de continue verandering. “Ik ben nu eenmaal zo” is dan ook niet waar. Mensen zijn niet hun karakter, mensen maken gebruik van karakter om zich een houding te geven in de interactie met de buitenwereld. Vaak wordt “ik ben nu eenmaal zo” gebruikt als er sprake is van een machtsituatie. Leidinggevenden komen er regelmatig mee weg, waarmee ze aangeven dat zij zich zelf niet hoeven aan te passen, maar wel van anderen verwachten dat ze zich aanpassen.

Bagatelliseren komt veelal voor in situaties waarin het juist de beperkende emotie is die de regie voert. “Stress hoort er nu eenmaal bij”, kan alleen maar geuit worden als stress zelf aan het woord is. Emotie is de meest voorkomende gehoorafwijking. Iemand die ‘in een emotie zit’, iemand dus die zelf niet de regie voert maar de emotie laat bepalen wat ze doen, is niet aanspreekbaar. Probeer het maar eens uit. Zeg tegen iemand die zich diepverdrietig voelt dat het wel weer over zal gaan, of zeg tegen iemand die zich vreselijk opwindt, dat hij zich niet moet opwinden… De emotie zal terugvechten. Verdriet wil niet dat het weg gaat, verdriet wil blijven. Boosheid wil zich laten gelden en wordt alleen maar groter als het weerstand krijgt.

Toch… het zijn smoesjes, niets dan smoesjes. Flauwe en laffe excuses om niet de verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen gevoel en beleving.

Call Now Button