Vakantie… ontspannen… bijkomen… Voor sommige mensen is juist dat ‘niets hoeven’ best lastig. Je bent 49 weken per jaar in de routine van werkweek en weekend. Vrijwel al je gewoonten zijn afgestemd op dit ritme. En ineens is alles anders. De wekker loopt niet meer om 6 uur af, de kinderen hoeven niet meer op tijd naar school, je hebt geen last van medereizigers onderweg naar je werk, enzovoort. De voorspelbaarheid van de herhaling van de wekelijkse routine is ineens weg. Vooral mensen die structuur en regelmaat belangrijk vinden, missen ineens iets en merken dat ze onrustig worden.
Het is alsof je 140 km/uur rijdt en ineens de koppeling intrapt. De motor maakt dan een belachelijk hoog aantal toeren en kan zelfs (letterlijk) over z’n toeren gaan als de weerstand ineens wegvalt. De hele structuur valt ineens weg tijdens de vakantie. Niet alleen dat je ’s morgens alle tijd hebt om te ontbijten, te douchen en aan te kleden, maar ook dat je hele gezin wat langer bij elkaar is dan een weekend. Vakantie is te kort om een nieuw ritme te vinden en te lang om te denken dat het gelukkig weer bijna maandag is. Wat doe je met al die tijd?
Ironisch genoeg zijn het juist vaak de mensen die hun dagelijkse dingen behoorlijk op orde hebben, de mensen die het meeste moeite hebben met veranderingen. Ineens ligt het hele schema door de war. Je zit ineens 24/7 met al je gezinsleden op een andere plek en alleen al het feit dat je geen tijd meer voor jezelf hebt, zoals je dat in je normale schema wel hebt ingebouwd, kan lastig zijn. Net zo goed als ineens teveel tijd voor jezelf hebben. Dat er ineens niets meer van je gevraagd wordt. Dat je niet iets ‘nuttigs’ hoeft te doen en dat dat prima is.
‘Human being’ and ‘human doing’ zijn twee verschillende eigenschappen. Als je ‘zwaartepunt’ ligt bij human doing, waardoor je de betekenis van jezelf in dit leven vooral ervaart door wat je doet of bereikt, loop je een grote kans om last te hebben van vakantiestress. Je ergert je ineens aan je partner of aan je kinderen en je bent vooral bezig met onderzoeken met wat er in de buurt te doen is. En dan heb ik het nog niet eens over het schuldgevoel dat opkomt als je een hele dag ‘niets’ hebt gedaan.
De tip hier is om een half uur te contempleren op “wie bepaalt wat nuttig is”. Wat is het in je dat oordelen heeft over nuttig en onnuttig. Maakt ‘niets doen’ je werkelijk een ‘slecht mens’? Deze contemplatie kun je steeds weer gebruiken op de momenten dat je last hebt van je ‘human doing’. Besef daarbij dat verveling de bijzondere eigenschap heeft dat het aanzet tot creativiteit en innovatie.